20.2 Bouwregels
Op voor
Sport - Manege
aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
20.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in
artikel
43.1 (Bebouwingsgrenzen);
-
b. het gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlak (inclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning en de bij de bedrijfswoning behorende bijbehorende bouwwerken), mag niet meer bedragen dan het in onderstaande tabel bij bestaande oppervlakte vermelde oppervlak:
adres
|
toegestane oppervlakte in m2
|
Biesterij 2, Rijssen
|
820
|
Leijerweerdsdijk 11, Rijssen
|
3.560
|
Oude Diepenveenseweg 11, Holten
|
2.000
|
Pasopsweg 1, Holten
|
1.580
|
-
c. voor de goot- en bouwhoogte en de dakhelling gelden de volgende maten:
|
|
maximale goothoogte
|
6 m
|
maximale bouwhoogte
|
13 m
|
minimale dakhelling
|
15º
|
-
d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
20.2.2 Bedrijfswoningen
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd;
-
b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding aantal
bedrijfswoningen het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het op de verbeelding (plankaart) aangegeven aantal;
-
c. de goothoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
-
d. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen;
-
e. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3, exclusief de inhoud van kelders, voor zover deze zijn gelegen onder een gebouw en deze van buiten niet toegankelijk zijn, met dien verstande dat:
-
1. indien op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere inhoud aanwezig was, deze grotere inhoud als maximum geldt;
-
2. er geen sprake is van woningen die zijn aangewezen als rijks- dan wel gemeentelijk monument, waarbij sprake is van een afstand tot een andere woning (inclusief bijbehorende bouwwerken) van minder dan 15 m, in welk geval niet meer dan 660 m3is toegestaan.
20.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen mag niet meer bedragen dan 100 m2, waarvan niet meer dan 75 m2 aangebouwd;
-
b. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk gebouw mag niet meer dan 5 m bedragen;
-
c. in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk niet meer dan 8 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet minder dan 15% lager dient te zijn dan de woning, met een minimum van 1 m;
-
d. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, echter niet in geval van herbouw.
20.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceels- en erfafscheidingen geldt de volgende regel:
-
a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de volgende hoogte:
bouwwerk
|
hoogte
|
bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat geen overkappingen zijn toegestaan
|
3 m
|
20.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming
Sport - Manege
wijzigen in de bestemming
Wonen
en aansluitende gebiedsbestemming(en), indien het bedrijf is beëindigd.
20.7.1 Afwegingskader
De wijzigingsbevoegdheid kan slechts worden toegepast indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
a. landschappelijke en natuurlijke waarden;
-
b. de milieusituatie;
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
e. de sociale veiligheid;
-
f. de externe veiligheid;
en geen sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.