direct naar inhoud van Artikel 30 Wonen - Woongebouw
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0303

Artikel 30 Wonen - Woongebouw

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - Woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in appartementen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • d. gebouwen;
  • e. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. tuinen en erven.
30.2 Bouwregels

Op de tot Wonen - Woongebouw bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

30.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in artikel 43.1 (Bebouwingsgrenzen).

30.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan één appartementengebouw worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal woningen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen en daarvan onderdeel uitmakende aan- of uitbouwen mag niet meer dan de bestaande bouwhoogte bedragen.
30.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceels en erfascheidingen, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de volgende hoogte:

bouwwerk   hoogte  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat geen overkappingen zijn toegestaan   3 m  
30.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
30.4 Specifieke gebruiksregels
30.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en bouwwerken voor:

  • a. opslag-, stort- of bergplaats, stalling en achterlating van voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
  • b. het vergisten van mest en het verhandelen van de daarbij vrijkomende energie;
  • c. seksinrichting of prostitutiebedrijf;
  • d. kampeerterrein en/of dagrecreatie;
  • e. boerderijkamers;
  • f. plattelandskamers;
  • g. meer dan één, al dan niet afhankelijk, huishouden.