direct naar inhoud van 2.1 De landschappelijke aspecten
Plan: Buitengebied Rijssen, bouw woning Biesterij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011004-0401

2.1 De landschappelijke aspecten

In 1900 bestond het gebied tussen Enter en Rijssen uit laaggelegen veengebieden en hoger gelegen heidegronden. Ten tijde van de veenontginningen, rond 1930, is het gebied omgezet in landbouwgrond. Aan de westzijde van de Biesterij is het heidegebied van de Rijsserberg in dezelfde periode omgezet naar bos. De hoogtelijn op het onderstaande kaartbeeld geeft het verschil aan tussen het natte laag gelegen gebied (het Enterveen) in het oosten en het iets hoger gelegen gebied ten westen ervan (de Biesterij). Het gebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2011004-0401_0003.jpg"

historische kaart 1900

Op het onderstaande kaartbeeld is te zien dat in 1954 het gehele Enterveen is ontgonnen en agrarisch in gebruik is. Opvallend zijn de vele rechte kavelsloten in het veengebied en het ontbreken daarvan in de richting van het hoger gelegen gebied aan de Biesterij.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2011004-0401_0004.jpg"

Situatie in 1954

Het landschap is aanzienlijk veranderd. De karakteristieke kenmerken van de verschillende landschapstypen zijn echter nog aanwezig. Het veenontginningsgebied wordt gekenmerkt door openheid met hier en daar een boerderij en een rechthoekig verkavelingspatroon met rechte wegen en kavels, die overwegend als gras- en maïsland in gebruik zijn. Op de overgang tussen het veenontginningslandschap en het hoger gelegen heideontginningslandschap (bos) is de meeste bebouwing opgericht.