| Plan: | Buitengebied Rijssen, Schietbaanweg 11 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2020005-0402 |
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Schietbaanweg 11 met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2020005-0402 van de gemeente Rijssen-Holten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de voorwaarden zijn opgenomen in 4.4.2;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen. Als op een perceel meer gebouwen aanwezig zijn wordt als hoofdgebouw aangemerkt het gebouw dat noodzakelijk is voor het realiseren van de toegelaten functie of activiteit waarvan de voorkant het dichtst bij openbaar toegankelijk gebied is gelegen.
een onderneming die (nagenoeg) volledig is gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren. Mest wordt niet tot voortgebrachte agrarische producten gerekend;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het binnen de (bedrijfs)woning bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, een mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden, studie of arbeid of permanente kamerverhuur.
het bedrijfsmatig vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen of verhandelen van goederen, waarbij eventuele detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaats vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig is binnen het betreffende perceel en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning. Dit geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische toestemming;
het college van burgemeester en wethouders, tenzij in dit plan of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
uitbreidingen van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwde gebouwen, of andere bouwwerken, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk;
een verdieping van zodanige afmeting en vorm dat de daardoor ontstane ruimte zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor de betreffende functie;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond is verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond;
constructies van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond zijn verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een plaatsgebonden gebouw, niet voor permanente bewoning geschikt, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, dat geen vaste verankering in de grond heeft en binnen 24 uur demontabel is;
terrein gebruikt voor een wedstrijd of training met motorfietsen of een daarmee gelijk te stellen voertuig. Op het terrein is een parcours uitgezet met natuurlijke hindernissen;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik van de mens door de jaren heen;
ondergeschikt medegebruik van gronden voor niet-gemotoriseerde recreatieve of niet in wedstrijdverband georganiseerde sportieve activiteiten, zoals wandelen, hardlopen, nordic-walken, fietsen, mountainbiken, racefietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie of een naar de aard daarmee gelijk te stellen (mede)gebruik. De activiteiten dienen plaats te vinden tussen zonsopgang en zonsondergang, tenzij de grondeigenaar anders kenbaar maakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
de digitale plankaart van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Schietbaanweg 11 met identificatie NL.IMRO.1742.BPB2020005-0402 van de gemeente Rijssen-Holten;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die de goederen kopen voor eigen gebruik, niet zijnde afhaalzaken, maaltijdbezorgdiensten en erotisch getinte vermaaksfuncties;
het kappen van houtopstanden als onderhoudsmaatregel die erop gericht is de resterende houtopstanden een (betere) overlevingskans te bieden.
de plek waar geur naar buiten gaat. Bij een overdekt dierenverblijf of bouwwerk is dit de plek waar de natuurlijke of mechanische ventilatie zich bevind. Bij een gedeeltelijk overdekt dierenverblijf of bouwwerk is dat de plek waar het overdekte deel eindigt. Bij een geheel onoverdekt dierenverblijf of bouwwerk is dit de gevel van het dierenverblijf of bouwwerk.
bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt. Deze definitie is van invloed op de mogelijkheden om een bouwwerk zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen of handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening te kunnen bouwen (het zogenoemde vergunningsvrij bouwen);
plan dat aangeeft op welke wijze de inpassing van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in het desbetreffende gebied plaatsvindt; tot deze inpassing behoren de situering van opstallen en de inrichting van het perceel, waaronder de erfbeplanting ten opzichte van het landschap; het gaat om bestaande en gewenste karakteristieken en kwaliteiten van het landschap;
de regels voor gebruik of bouwwerken binnen een werkingsgebied;
het wijzigen, toevoegen of afwijken van een functie onder voorwaarden zoals genoemd in dit plan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte. geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
alle bouwwerken, die voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een op basis van het omgevingsplan of met omgevingsvergunning toegelaten gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
een op basis van het omgevingsplan of met omgevingsvergunning toegelaten gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
een bouwwerk dat bestemd is voor het meer dan incidenteel verblijven van mensen dat beschermd wordt tegen emissies van geluid, geur, ammoniak of fijnstof, niet zijnde de eigen bedrijfswoning of plattelandswoning;
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voorbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven. Ook melkrundveebedrijven zijn doorgaans grondgebonden;
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Schietbaanweg 11 met identificatie NL.IMRO.1742.BPB2020005-0402 van de gemeente Rijssen-Holten;
gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is;
samenlevingsvorm van één gezin of met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband;
een in eenzelfde woning huisvesten van één ander huishouden met eigen voorzieningen;
een tent, vouwwagen, caravan, of kampeerwagen, niet zijnde een niet-plaatsgebonden recreatieverblijf. Een bijzettentje wordt niet als zelfstandig kampeermiddel gezien;
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderzins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel;
het rooien, verplanten of verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van een houtopstand ten gevolge (kunnen) hebben;
activiteiten die gericht zijn op vrijetijdsbesteding zoals een sauna, wellness, museum of tentoonstellingen;
bedrijf waar siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt worden voortgebracht of daarmee vergelijkbaar van aard;
objecten, zoals:
een plan waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe een nieuwe ontwikkeling zich verhoudt tot de bestaande bebouwing en bestaande omgeving. In het plan moet in elk geval de erfinrichting en (erf)beplanting worden opgenomen en hoe deze zich verhouden tot de omgeving;
de aan een gebied toegekende landschappelijke waarde, in verband met de voor het gebied kenmerkende waarneembare verschijningsvorm;
een vrijstaande constructie waaraan één of meerdere lampen zijn opgehangen;
plaats, plek of ligging;
een weg, bestaande uit zand, die niet als rijksweg of provinciale weg is aangemerkt maar wel op de wegenlegger staat. Ook een half verharde weg, bestaande uit menggranulaat of grind, wordt aangemerkt als een onverharde weg;
een weg, bestaande uit klinkers/tegels (open) of asfalt (gesloten), die niet als een rijksweg of provinciale weg is aangemerkt maar wel op de wegenlegger staat;
de gemiddelde bestaande hoogte van het (aangrenzende) terrein;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, maar ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
de aan een gebied toegekende waarde die samenhangt met de geologische, bodemkundige en biologische elementen;
werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de instandhouding dan wel de realisering van de functie;
het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.BPB2016007-0301 met bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
gebouwen of bouwwerken die ten dienste staan van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
een perceel is een onroerend goed (al dan niet met bebouwing) met dezelfde eigenaar en hetzelfde eigendomsrecht, dat is ingeschreven bij het Kadaster;
de scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut;
er is sprake van permanente bewoning als een recreatiewoning, een stacaravan of ander kampeermiddel het hoofdverblijf voor de gebruiker is en/of voor bewoning anders dan in het kader van recreatief verblijf wordt gebruikt;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een weg, bestaande uit asfalt of vergelijkbare materialen, die als provinciale weg is aangemerkt en op de wegenlegger staat;
verblijf dat plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie en dat enkel gericht is op ontspanning of vrijetijdsbesteding, niet zijnde kortdurende recreatieve activiteiten;
een verblijfsobject bestemd voor het recreatieve verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een verhard of onverhard pad dat dient voor ontsluiting en ontvluchting van de aanliggende percelen. Deze paden kunnen tevens worden gebruikt door hulpdiensten bij calamiteiten.
veiligheidszones zijn door de Rijksoverheid aangewezen zones rondom transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit kunnen wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren zijn. Binnen deze zone kan een afwijkend planologisch regiem gelden;
het op of in de grond zetten van een constructie met zonnepanelen;
een vrijstaande mast of paal waar één of meerdere lichtarmaturen aan zijn bevestigd;
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg;
bevoegd gezag welke de wettelijke onderhoudsplicht van een weg heeft;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten en het bepalen van het oppervlak van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de onverschrijving niet meer dan 0,5 m bedraagt.
Voor ondergeschikte bouwdelen groter dan 0,5 m, maar kleiner dan 0,75 m wordt een oppervlak van maximaal 4 m² niet meegerekend tot het toegelaten oppervlak. Het eventuele resterende oppervlak wordt tot het oppervlak van het bouwwerk gerekend.
Bouwdelen groter dan 0,75 m zijn niet ondergeschikt en worden altijd tot het oppervlak van het bouwwerk gerekend.
Voor het indienen van een landschaps- of erfinrichtingsplan gelden de volgende eisen:
Voor het indienen van een melding op basis van het omgevingsplan gelden de volgende eisen:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Gebouwen als bedoeld in lid 3.1 onder h zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn toegestaan met inachtneming van de volgende regels:
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en gebouwen voor:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Op deze locatie is het volgende gebruik en zijn de volgende functies toegestaan:
Bij iedere nieuwe ontwikkeling moet rekening gehouden worden met de afstand tot een weg, met dien verstande dat er voor verblijfsobjecten ook afstandsnormen gelden in het kader van geluid.
| Type weg | Afstand |
| rijksweg | 100 m |
| provinciale weg | 50 m |
| lokale weg - verhard | 20 m |
| lokale weg - onverhard | 10 m |
Bij een nieuwe ontwikkeling ten behoeve van de bouw of verbouw van de woning, gelden de onderstaande bouwregels:
Bij een nieuwe ontwikkeling ten behoeve van het bouwen of verbouwen van een bijbehorend bouwwerk gelden onderstaande bouwregels:
Bij een nieuwe ontwikkeling ten behoeve van het bouwen of verbouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden onderstaande bouwregels:
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en gebouwen voor:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
| Milieunormering | |
| Donkerte | Er geen sprake is van onevenredige aantasting van de aanwezige donkerte conform de ambitie op basis van het gemeentelijke lichtdonkerbeleid. |
| Geur | a. De minimale afstand tussen een geurgevoelig object en een emissiepunt van een grondgebonden agrarisch bedrijf is 50 m; b. Voor geurgevoelige objecten geldt dat deze niet gelegen mogen zijn binnen een contour van een intensief agrarisch bedrijf met een hogere geurbelasting dan 14 ou/m3. |
| Geluid | De minimale afstand tussen enig gebouw van een (agrarisch) bedrijf en de dichtstbijgelegen gevel van een geluidsgevoelig object bedraagt 50 m. |
| Fijnstof (PM 10) | De achtergrondbelasting, inclusief de bijdrage van de nieuwe ontwikkeling, op gevoelige objecten van maximaal 20 µg/m3 jaargemiddelde grenswaarde per jaar, wordt niet overschreden. |
| Stikstof | De totale emissie bedraagt niet meer dan de bestaande emissie. |
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3.1 onder i, j, en l voor het realiseren van een mantelzorgruimte bij een woning, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 en 4.3.1 en een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit bij een woning toestaan, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.3.1 onder l voor het toestaan van een inwoningssituatie bij een woning, onder voorwaarde dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning en overeenkomstig de Parkeernormen Rijssen-Holten, dan wel de op dat moment geldende Nota parkeernormen, afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 onder a en b inzake de eis dat in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken met een parkeerbehoefte dan wel een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen zonder dat hierin in voldoende mate is voorzien overeenkomstig de geldende parkeernormen. Voor de geldende parkeernormen zie; Parkeernormen Rijssen-Holten, dan wel de op dat moment geldende Nota parkeernormen.
Ter plaatse van de zonering 'Overige zone - Archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden behalve voor de daar al toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Ter plaatse van de zonering Overige zone - Natuurnetwerk Nederland zijn de gronden behalve voor de daar toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Onder gebruik in strijd met de zonering Overige zone - Natuurnetwerk Nederland wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden voor:
Dit landschap is gevormd door het reliëf van de Sallandse heuvelrug. Het landschap kenmerkt zich door afwisseling van bos, heiderestanten en behoort tot het stuwwallandschap.
Dit landschap is relatief hoog gelegen. Aan de randen van het bos komen graslanden voor die zich openen naar de lager gelegen gebieden. De graslanden zijn onderling gescheiden door bos, houtwallen, -singels of bomengroepen.
Opgaven voor het landschap:
Binnen het plangebied zijn gebieden aangewezen waarbinnen regels gelden voor het kappen van houtopstanden.
Binnen dit gebied geldt voor het kappen of laten kappen van hakhout, een houtopstand of 1 of meer bomen een vergunningplicht.
De omgevingsvergunning voor het kappen geldt 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning tenzij in de vergunning anders is bepaald.
De omgevingsvergunning voor het kappen van een houtopstand kan worden verleend als er geen aantasting is van:
In afwijking van hetgeen bepaald in 8.1.2 is geen omgevingsvergunning vereist voor het kappen van:
Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften. Deze herplantplicht kan zelfstandig worden opgelegd.
Binnen het plangebied zijn gebieden aangewezen waarbinnen regels gelden voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.
Er geldt een omgevingsvergunningsplicht voor de volgende werken of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning van worden verleend, mits er geen aantasting plaatsvindt van:
In afwijking van lid 8.2.2 is geen omgevingsvergunning vereist voor werken of werkzaamheden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan gebruik.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in 10.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat bestemmingsplan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 10.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
10.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied Rijssen-Holten 2012, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, Schietbaanweg 11