| Plan: | Buitengebied Rijssen, bosperceel Markeloseweg 115 |
|---|---|
| Status: | ontwerp |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2022007-0301 |
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, bosperceel Markeloseweg 115 met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2022007-0301 van de gemeente Rijssen-Holten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een onderneming die (nagenoeg) volledig is gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren. Mest wordt niet tot voortgebrachte agrarische producten gerekend.
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het bedrijfsmatig vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen of verhandelen van goederen, waarbij eventuele detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaats vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
gebouwen die gebruikt wordt voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw op een terrein, die behoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting gelet op de functie van het gebouw of gronden noodzakelijk is.
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het college van burgemeester en wethouders, tenzij in dit plan of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
uitbreidingen van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwde gebouwen, of andere bouwwerken, met een dak.
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals planten, struiken en bomen, één en ander in de vorm van volle grondteelt dan wel pot- en containerteelt of daarmee gelijk te stellen teelt.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond is verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond.
constructies van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond zijn verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond.
terrein gebruikt voor een wedstrijd of training met motorfietsen of een daarmee gelijk te stellen voertuig. Op het terrein is een parcours uitgezet met natuurlijke hindernissen.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik van de mens door de jaren heen.
ondergeschikt medegebruik van gronden voor niet-gemotoriseerde recreatieve of sportieve activiteiten, zoals wandelen, hardlopen, nordic-walken, fietsen, mountainbiken, racefietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie of een naar de aard daarmee gelijk te stellen (mede)gebruik. De activiteiten dienen plaats te vinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht te zijn op het verstrekken van nachtverblijf.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
de digitale plankaart van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, bosperceel Markeloseweg 115 met identificatie NL.IMRO.1742.BPB2022007-0301 van de gemeente Rijssen-Holten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die de goederen kopen voor eigen gebruik, niet zijnde afhaalzaken, maaltijdbezorgdiensten en erotisch getinte vermaaksfuncties.
het kappen van houtopstanden als onderhoudsmaatregel die erop gericht is de resterende houtopstanden een (betere) overlevingskans te bieden.
de plek waar geur naar buiten gaat. Bij een overdekt dierenverblijf of bouwwerk is dit de plek waar de natuurlijke of mechanische ventilatie zich bevind. Bij een gedeeltelijk overdekt dierenverblijf of bouwwerk is dat de plek waar het overdekte deel eindigt. Bij een geheel onoverdekt dierenverblijf of bouwwerk is dit de gevel van het dierenverblijf of bouwwerk.
bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt. Deze definitie is van invloed op de mogelijkheden om een bouwwerk zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en/of handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening te kunnen bouwen (het zogenoemde vergunningsvrij bouwen).
plan dat aangeeft op welke wijze de inpassing van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in het desbetreffende gebied plaatsvindt; tot deze inpassing behoren de situering van opstallen en de inrichting van het perceel, waaronder de erfbeplanting ten opzichte van het landschap; het gaat om bestaande en gewenste karakteristieken en kwaliteiten van het landschap.
de regels voor gebruik of bouwwerken binnen een werkingsgebied.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte. geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
alle bouwwerken, die voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
op moment van vaststelling van dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte geldt de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze regelgeving biedt beperkte mogelijkheden om op gemeentelijk niveau afwijkende normen of afstanden vast te stellen. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden inhoudelijke regels rondom geluidshinder niet meer bij of krachtens de wet geregeld. Het juridisch raamwerk wordt opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving. De inhoudelijk normering wordt opgenomen in het omgevingsplan. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte sorteert hier op voor door de normering voor geluid uit het Activiteitenbesluit milieubeheer over te nemen.
een op basis van het omgevingsplan of met omgevingsvergunning toegelaten gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
op moment van vaststelling van dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte geldt de Wet geurhinder en veehouderij. Deze Wet biedt beperkte mogelijkheden om op gemeentelijk niveau afwijkende normen of afstanden vast te stellen. Daar maakt dit bestemmingsplan gebruik van voor zover het gaat om het gebied rondom Dijkerhoek en het Opbroek. Voor die gebieden gold een gemeentelijke geurverordening. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden inhoudelijke regels rondom geurhinder niet meer bij of krachtens wet geregeld. Het juridisch raamwerk wordt opgenomen in het Besluit kwaliteit leefomgeving. De inhoudelijk normering wordt opgenomen in het omgevingsplan. Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte sorteert hier op voor door de normering van de Wet geurhinder en veehouderij over te nemen en zoals beschreven lokaal maatwerk toegepast.
een op basis van het omgevingsplan of met omgevingsvergunning toegelaten gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, bosperceel Markeloseweg 115 met identificatie NL.IMRO.1742.BPB2022007-0301 van de gemeente Rijssen-Holten;
gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het van het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, eventueel met het exploiteren van een zaalaccomodatie, met uitzondering van een discotheek.
een tent, vouwwagen, caravan, kampeerwagen, niet zijnde een niet-plaatsgebonden recreatieverblijf. Een bijzettentje wordt niet als zelfstandig kampeermiddel gezien.
het rooien, verplanten of verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van een houtopstand ten gevolge (kunnen) hebben.
bedrijf waar siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt worden voortgebracht of daarmee vergelijkbaar van aard.
objecten, zoals:
een plan waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe een nieuwe ontwikkeling zich verhoudt tot de bestaande bebouwing en bestaande omgeving. In het plan moet in elk geval de erfinrichting en (erf)beplanting worden opgenomen en hoe deze zich verhouden tot de omgeving.
de aan een gebied toegekende landschappelijke waarde, in verband met de voor het gebied kenmerkende waarneembare verschijningsvorm.
een zone waarin een ondergrondse transportleiding ten behoeve van de nutsvoorziening aanwezig is.
een vrijstaande constructie waaraan één of meerdere lampen zijn opgehangen.
plaats, plek of ligging.
een weg, bestaande uit zand, die niet als rijksweg of provinciale weg is aangemerkt maar wel op de wegenlegger staat. Ook een half verharde weg, bestaande uit menggranulaat of grind, wordt aangemerkt als een onverharde weg.
een weg, bestaande uit klinkers/tegels (open) of asfalt (gesloten), die niet als een rijksweg of provinciale weg is aangemerkt maar wel op de wegenlegger staat.
de gemiddelde bestaande hoogte van het (aangrenzende) terrein.
een schriftelijke voorafgaande mededeling aan burgemeester en wethouders om een activiteit, zoals aangewezen in dit plan, te mogen verrichten. Voor een melding gelden de in dit plan opgenomen indieningsvereisten.
de aan een gebied toegekende waarde die samenhangt met de geologische, bodemkundige en biologische elementen.
werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de instandhouding dan wel de realisering van de functie.
het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.BPB2016007-0301 met bijbehorende regels en eventuele bijlagen.
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een bouwwerk met dak bestaande uit maximaal 2 wanden waarvan maximaal 1 wand tot de constructie zelf behoort.
een perceel is een onroerend goed (al dan niet met bebouwing) met dezelfde eigenaar en hetzelfde eigendomsrecht, dat is ingeschreven bij het Kadaster.
er is sprake van permanente bewoning als een recreatiewoning, een stacaravan of ander kampeermiddel het hoofdverblijf voor de gebruiker is en/of voor bewoning anders dan in het kader van recreatief verblijf wordt gebruikt.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
een weg, bestaande uit asfalt of vergelijkbare materialen, die als provinciale weg is aangemerkt en op de wegenlegger staat.
verblijf dat plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie en dat enkel gericht is op ontspanning of vrijetijdsbesteding, niet zijnde kortdurende recreatieve activiteiten.
een verblijfsobject bestemd voor het recreatieve verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning en zelfstandige kortdurende recreatieve activiteiten zijn uitgesloten.
een weg, bestaande uit asfalt of vergelijkbare materialen, die als rijksweg is aangemerkt en op de wegenlegger staat.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
begrensd stuk grond, met gedeeltelijk verharding, bloemen, bomen en andere gewassen beplant.
voor de beoordeling van de geluidsbelasting bij agrarische bedrijven worden alleen de vaste installaties en vaste toestellen beoordeeld. Mobiele bronnen zoals het aan- en afvoeren van dieren, het laden van melk, diervoeding of mest worden niet bij de beoordeling betrokken.
veiligheidszones zijn door de Rijksoverheid aangewezen zones rondom transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit kunnen wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren zijn. Binnen deze zone kan een afwijkend planologisch regiem gelden.
het op of in de grond zetten van een constructie met zonnepanelen.
een vrijstaande mast of paal waar één of meerdere lichtarmaturen aan zijn bevestigd.
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg.
bevoegd gezag welke de wettelijke onderhoudsplicht van een weg heeft.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten en het bepalen van het oppervlak van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,5 m bedraagt.
Voor ondergeschikte bouwdelen groter dan 0,5 m, maar kleiner dan 0,75 m wordt een oppervlak van maximaal 4 m2 niet meegerekend tot het toegelaten oppervlak. Het eventuele resterende oppervlak wordt tot het oppervlak van het bouwwerk gerekend.
Bouwdelen groter dan 0,75 m zijn niet ondergeschikt en worden altijd tot het oppervlak van het bouwwerk gerekend.
Voor het indienen van een landschaps- en/of erfinrichtingsplan gelden de volgende eisen:
Voor het indienen van een melding op basis van het omgevingsplan gelden de volgende eisen:
Op deze locatie is het volgende gebruik en zijn de volgende functies toegestaan:
| Type weg | Afstand |
| rijksweg | 100 m |
| provinciale weg | 50 m |
| lokale weg-verhard | 20 m |
| lokale weg-onverhard | 10 m |
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en gebouwen voor:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Een omgevingsvergunning kan alleen worden verleend als wordt voldaan aan de volgende normen:
| Milieunormering | |
| Donkerte | Er geen sprake is van onevenredige aantasting van de aanwezige donkerte conform de ambitie op basis van het gemeentelijke lichtdonkerbeleid. |
| Geur | Indien bij een activiteit emissie naar de lucht plaatsvinden, wordt daarbij geurhinder bij geurgevoelige objecten voorkomen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is, wordt de geurhinder tot een aanvaardbaar niveau beperkt. |
| Geluid | a. Bouwwerken worden zo gesitueerd dat de geluidsbelasting (LAr,Lt) ten gevolge van vaste installaties en vaste toestellen op de gevel van het dichtstbij gelegen geluidsgevoelige object niet hoger is dan: 7.00-19.00 uur 19.00-23.00 uur 23.00-07.00 uur 50 dB(A) 45 dB(A) 40 dB(A). Indien bestaand of vergund hiervan afwijkt, hetgeen wat bestaand en/of vergund is. b. De waarde wordt berekend op 50 m van de inrichtingsgrens. Als binnen die grens geluidgevoelige objecten zijn gelegen, wordt de belasting beoordeeld op de dichtstbijgelegen gevel van het geluidgevoelige object. |
| Fijn stof (PM 10) | a. De jaargemiddelde concentratie, inclusief de bijdrage van de nieuwe ontwikkeling, bedraagt maximaal 20 µg/m3 en b. De nieuwe ontwikkeling niet meer dan 1,2 µg/m3 bijdraagt aan de jaargemiddelde concentratie. |
Binnen de bestemming 'Natuur - Natuurlandschap' is het volgende gebruik en/of zijn de volgende functies toegestaan:
Het bouwen van gebouwen is binnen deze bestemming niet toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende standaard bouwregels:
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en gebouwen voor:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning en overeenkomstig de Parkeernormen Rijssen-Holten, dan wel de op dat moment geldende Nota parkeernormen, afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 onder a en b inzake de eis dat in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken met een parkeerbehoefte dan wel een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen zonder dat hierin in voldoende mate is voorzien overeenkomstig de geldende parkeernormen. Voor de geldende parkeernormen zie; Parkeernormen Rijssen-Holten, dan wel de op dat moment geldende Nota parkeernormen.
In het plangebied zijn gebieden aangewezen waar voor archeologie een verwachtingswaarde geldt. Om de mogelijke archeologische waarden in deze gebieden te beschermen gelden er regels voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.
Ter plaatse van de zonering archeologische verwachtingswaarde zijn de gronden behalve voor de daar al toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Binnen het omgevingsplan is er een gebied buiten de bebouwde kom Wet natuurbescherming aangewezen.
Binnen dit gebied geldt voor het kappen of laten kappen van hakhout, een houtopstand of één of meer bomen een vergunningsplicht.
De omgevingsvergunning voor het kappen geldt 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning tenzij in de vergunning anders is bepaald.
De omgevingsvergunning voor het kappen van een houtopstand kan worden verleend als er geen aantasting is van:
In afwijking van de omgevingsvergunningsplicht is geen vergunning vereist voor het kappen van:
Burgemeester en wethouders kunnen een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften. Deze herplantplicht kan zelfstandig worden opgelegd.
Om ruimte te bieden aan agrarische activiteiten die geur veroorzaken en ter bescherming van geurgevoelige gebouwen tegen activiteiten die geurhinder veroorzaken worden in het omgevingsplan gebieden aangewezen met een maximale achtergrondbelasting.
Voor gronden gelegen binnen een zone van 250 meter aan weerszijden van een met één of meer rijstroken mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de hoogst toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder of een vastgesteld besluit hogere grenswaarden.
Gronden met de milieuzonering bedrijven niet-agrarisch vallen binnen de invloedsfeer van niet-agrarische bedrijven. Er kunnen restricties gelden voor nieuwe ontwikkelingen.
In het gebied zijn (hoofd)aardgastransportleidingen aanwezig. Er mag binnen deze veiligheidszone in beginsel alleen ten behoeve van aardgastransportleidingen worden gebouwd.
Ter plaatse van de zonering veiligheidszone aardgastransportleiding zijn de gronden behalve voor de daar al toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Het is in strijd met dit plan om binnen de zonering veiligheidszone aardgastransportleiding:
Op plekken waar de Rijksweg A1 en de spoorlijn Almelo-Deventer aanwezig zijn geldt op basis van de risicokaart een explosieaandachtsgebied. Dit gebied bedraagt 200 m aan weerzijden van de weg/het spoor en is weergegeven op de digitale plankaart.
Binnen dit aandachtsgebied is het mogelijk om met een omgevingsvergunning bouwwerken te realiseren, mits:
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter met elkaar verbinden en een betere aansluiting realiseren met het omringende agrarisch gebied. Onder het Natuurnetwerk Nederland vallen bestaande natuurgebieden, waaronder 20 Nationale Parken; gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd; landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer; ruim 6 miljoen hectare grote wateren en alle Natura 2000-gebieden. Het doel van het NNN is de instandhouding en ontwikkeling van natuurgebieden, dit om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Sinds 2014 zijn de provincies het bevoegde gezag voor het NNN. Voor de Natura 2000-gebieden zijn door de provincie Overijssel aanvullende beheersplannen vastgesteld met instandhoudingsdoeleinden.
Ter plaatse van de zonering Natuurnetwerk Nederland zijn de gronden behalve voor de daar toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Onder gebruik in strijd met de zonering Natuurnetwerk Nederland wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden voor:
Het opwekken van energie met grootschalige opstellingen van zonnepanelen wordt steeds meer toegepast. De gemeente wil gebruik van duurzame energie stimuleren en ziet zonnepanelen als een goede invulling voor dit streven. In het Beleid grondgebonden zonnepanelen Rijssen-Holten zijn voorwaarden opgenomen waarmee bij de ontwikkeling van initiatieven rekening moet worden gehouden. De zoneringen in het omgevingsplan geven aan of een locatie kansrijk(er) is voor de realisatie van grootschalige grondgebonden zonnepanelen. Realisatie van concrete planen loopt via een eigen (uitgebreide) procedure of planherziening en is op basis van het omgevingsplan niet mogelijk.
Dit landschap is gevormd door het reliëf van de Sallandse Heuvelrug. Het landschap kenmerkt zich door afwisseling van bos, heiderestanten en behoort tot het stuwwallandschap.
Dit landschap is relatief hoog gelegen. Aan de randen van het bos komen graslanden voor die zich openen naar de lager gelegen gebieden. De graslanden zijn onderling gescheiden door bos, houtwallen, -singels of bomengroepen.
Opgaven voor het landschap
In het plangebied zijn gebieden aangewezen waarbinnen regels gelden voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.
Er geldt een omgevingsvergunningsplicht voor de volgende werken of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits er geen aantasting plaatsvindt van:
In afwijking van de omgevingsvergunningsplicht is geen vergunning vereist voor werken of werkzaamheden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning hakhout, een houtopstand of 1 of meer bomen te kappen of te laten kappen. De omgevingsvergunning voor het kappen van houtopstanden geldt voor 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning tenzij in de vergunning anders is bepaald.
De omgevingsvergunning voor het kappen van houtopstanden kan worden geweigerd op grond van:
In afwijking van hetgeen bepaald in 8.2.1 is geen omgevingsvergunning vereist voor het kappen van:
Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften. Deze herplantplicht kan zelfstandig worden opgelegd.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan gebruik.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in 10.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat bestemmingsplan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 10.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
10.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied Rijssen-Holten 2012, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, bosperceel Markeloseweg 115