direct naar inhoud van Artikel 4 Sport
Plan: Wonen Rijssen, sportpark de Koerbelt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2010002-0401

Artikel 4 Sport

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen, sportvelden en overige sportterreinen met de daarbij behorende gebouwen als:
    • 1. verenigingsgebouwen
    • 2. tribunes;
    • 3. trainingsruimten;
    • 4. kleedruimten.
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen en fietsenstallingen;
  • d. wegen, paden en verhardingen;
  • e. een mediaopstelplaats;
  • f. water en groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. evenementen;
  • i. bouwwerken, geen gebouw zijnde;

met de daarbij behorende voorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

4.2.1 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bouwvlak niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximale oppervlakte' aangegeven oppervlakte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 9 meter;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.

4.2.2 Ondergeschikte gebouwen

Voor ondergeschikte gebouwen gelden de volgende regels;

  • a. ondergeschikte gebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen een bestemmingsvlak;
  • b. de bouwhoogte van ondergeschikte gebouwen mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 18 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van ballenvangers mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van reclameborden mag niet meer dan 6 meter bedragen
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 4 m bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van entreepoorten mag niet meer dan 5 meter bedragen;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de verschijningsvorm van de gebouwen.