direct naar inhoud van Regels
Plan: Wonen Rijssen, Pelmolenweg 10
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2017002-0401

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Wonen Rijssen, Pelmolenweg 10 met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPRW2017002-0401 van de gemeente Rijssen-Holten.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (een van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn en geen betrekking hebbend op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse.

1.6 bebouwing:

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bebouwingspercentage:

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het gedeelte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft, dat ten hoogste mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.8 bestaand:
  • 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan binnen het betreffende bouwperceel aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
  • 2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, de voorheen geldende Beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of de Beheersverordening, of een andere planologische toestemming.
1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.12 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.13 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.15 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.17 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.18 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van bedrijfs- of beroepsactiviteiten.

1.19 functioneel ondergeschikt:

een gebruik dat ondersteunend is aan de primaire woonfunctie, zoals een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, garage, berging, bijkeuken, atelier, tuinhuisje, fietsenberging of hobbyruimte.

1.20 gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.21 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.22 mantelzorg:

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.

1.23 overkapping:

een bouwwerk in de vorm van een constructie bestaande uit maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie zelf behoren.

1.24 peil:
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdingang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
1.25 seksinrichting:

een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.

1.26 vrijstaande woning:

een woning waarvan het hoofdgebouw niet direct is verbonden met het hoofdgebouw van een andere woning.

1.27 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden, zijnde de samenlevingsvorm van één gezin of een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen de inwoning van één ander huishouden met eigen voorzieningen.

1.28 woonwagen:

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten
  • a. de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

  • b. de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

  • c. de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

  • d. de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

  • e. afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  • a. voor lengten in meters (m);
  • b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  • c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  • d. voor verhoudingen in procenten (%);
  • e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen - Vrijstaand

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, in vrijstaande woningen met bijbehorende tuinen, erven en met;
    • 1. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    • 2. bed en breakfast in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
    • 3. waarbij het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' ten hoogste dat aantal woningen per bouwvlak mag worden gebouwd;
  • b. water.
3.2 Bouwregels
3.2.1 algemeen gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. van een bouwperceel mag niet meer dan 60% worden bebouwd, met dien verstande dat de bebouwingsoppervlakte per bouwperceel ten hoogste 350 m² bedraagt, dan wel de bestaande bebouwingsoppervlakte, indien deze meer bedraagt.
3.2.2 hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken tussen de voorgevel en de 18 m grens

Voor de bouw van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken tussen de voorste voorgevel (en het verlengde hiervan) en de 18 m er achter, dan wel niet meer dan de bestaande afstand van het hoofdgebouw indien deze meer bedraagt, geldt dat:

  • a. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 10,5 m bedragen, dan wel;
    • 1. niet meer dan de bouw- en goothoogte van het bestaande gebouw, indien deze meer bedragen;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 3,5 m respectievelijk 6,5 m mag bedragen;
  • b. de afstand van een hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse bouwperceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m, dan wel de bestaande afstand, indien deze minder bedraagt, met dien verstande dat aan één zijde die afstand minimaal 0 m mag bedragen, mits:
    • 1. op minimaal 3 m achter de voorste voorgevel en/of het verlengde van de voorste voorgevel wordt gebouwd;
    • 2. de goothoogte niet meer bedraagt dan 3,5 m en een maximale bouwhoogte die 1 m lager dient te zijn dan de nok van de hoofdmassa;
  • c. bijbehorende bouwwerken mogen op niet minder dan 3 m achter (het verlengde van) de voorste voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bestaande afstand, indien deze minder dan 3 m bedraagt, in acht mag worden genomen;
    • 2. plat afgedekte overkappingen op niet minder dan 1 m achter de voorste voorgevel mogen worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • d. de voorste voorgevel van de hoofdgebouwen dient in of maximaal 3 m achter de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens te worden gebouwd, met dien verstande dat dit niet geldt voor straatdelen met een omgekeerde voor- / achterkant orïentatie.
3.2.3 bijbehorende bouwwerken achter de 18 m grens

Voor de bouw van bijbehorende bouwwerken achter de 18 m vanaf de voorste voorgevel (en het verlengde hiervan), dan wel achter de bestaande (het verlengde van de) achtergevel van het hoofdgebouw indien deze meer bedraagt, geldt dat:

  • a. de ruimten functioneel ondergeschikt dienen te zijn, met uitzondering van mantelzorg;
  • b. de goothoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte niet meer dan 6,5 m mag bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 75 m2 mag bedragen, dan wel;
    • 1. een groter oppervlak tot maximaal 20% van het bouwperceel of;
    • 2. het bestaande oppervlak als dat groter is.
3.2.4 uitbouwen zoals een erker, toegangspartij, luifel of balkon

In afwijking van het gestelde onder 3.2.1 mag een uitbouw aan het hoofdgebouw, zoals een erker, toegangspartij, luifel of balkon ook buiten het bouwvlak worden gebouwd tot maximaal 1,5 m daarbuiten en met dien verstande dat:

  • a. de afstand van enig deel van de uitbouw ten minste 2,5 m uit de naar de weg gekeerde perceelgrenzen bedraagt;
  • b. de hoogte niet meer mag zijn dan 25 cm boven de eerste verdiepingsvloer;
  • c. de uitstraling van deze uitbouw overwegend transparant is in die zin dat ten minste 50% van de gevels uit glas of andere doorzichtige materialen bestaat.
3.2.5 bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen voor de voorste voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m.
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

  • 1. de plaats en oriëntatie van gebouwen in die zin dat de voorste voorgevel van hoofdgebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
  • 2. de grootte en inhoud van de zelfstandige woonruimte noodzakelijk vanuit een oogpunt van de mantelzorg.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de verschijningsvorm van karakteristieke panden;

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, onder a, voor het verhogen van de maximale goothoogte tot maximaal 6,5 m.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.5 ten behoeve van de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie.

Artikel 4 Waarde - Archeologische middelhoge verwachting

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische middelhoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.

4.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.2.1 Omgevingsvergunningplicht

In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 4.2.2, zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, over een oppervlakte van 250 m² of meer:

  • a. het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren en omwoelen van gronden, dieper dan 0,5 m onder peil;
  • b. het verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,5 m onder peil;
  • c. het graven of anderszins aanbrengen van watergangen en waterpartijen, dieper dan 0,5 m onder peil;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
  • e. het ophogen en egaliseren van gronden.
4.2.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningplicht

Het in lid 4.2.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:

  • a. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
  • c. waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
    • 1. is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning was vereist;
    • 2. is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning.
4.2.3 Toelaatbaarheid werken of werkzaamheden

De werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.2.1, zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind, en
  • b. door aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting', het plan te wijzigen zodanig dat deze dubbelbestemming naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene gebruiksregels

6.1 Algemeen

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval begrepen:

  • a. het gebruik van de onbebouwde grond als stort- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
  • b. het gebruik of het laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van een of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik of onderhoud;
  • c. het gebruik van gronden en bebouwing als of ten behoeve van een seksinrichting of prostitutiebedrijf.
6.2 Wonen - Vrijstaand

Onder strijdig gebruik met de bestemming 'Wonen - Vrijstaand' wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:

  • a. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten;
  • b. het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woonruimte.
6.2.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een aan huis verbonden beroep- of bedrijfsactiviteit

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk ten behoeve van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit voorzover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan. Dit betekent dat:

  • a. de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
  • b. aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep uitsluitend inpandig mogen worden verricht;
  • c. maximaal 35% van de brutovloeroppervlakte van hoofdgebouw en bijbehorend bouwwerk en mag worden gebruikt voor de aan huis verbonden activiteiten ten behoeve van het beroep met een maximum van 75 m²;
  • d. degene die de gebruiker is van de woning ook degene moet zijn die het aan huis verbonden beroep uitoefent;
  • e. de ruimtelijke uitstraling van de activiteiten qua aard, omvang en intensiteit verenigbaar moet zijn met het karakter van de omringende woonomgeving;
  • f. bedrijfsactiviteiten uitsluitend zijn toegestaan indien deze voorkomen in of gelijk zijn te stellen met de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in de bij deze regels behorende Staat van bedrijven;
  • g. behoudens verkoop van ter plaatse vervaardigde goederen in direct verband met het aan huis verbonden beroep, geen detailhandel mag plaatsvinden;
  • h. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat dient te worden geparkeerd op eigen terrein.
6.2.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk als zelfstandige woonruimte, mits:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg en de noodzaak van tijdelijke bewoning uit het oogpunt van mantelzorg (middels een schriftelijke verklaring van de behandelend huisarts of specialist) wordt aangetoond;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de zelfstandige woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast, waarbij nadere eisen met betrekking tot de grootte en inhoud van de bewoning kunnen worden gesteld;
  • d. het bijbehorende bouwwerk is gelegen op een maximale afstand van 25 m van het hoofdgebouw;
  • e. het gebruik van bewoning ten behoeve van mantelzorg er niet toe leidt dat extra ontsluitingsmogelijkheden op de openbare weg worden aangelegd;
  • f. sprake is van ruimte (hoek)kavels van ten minste 350 m² die qua bereikbaarheid en veiligheid al goed zijn ontsloten en voldoende ruimte bieden voor een vrijstaand bijbehorend bouwwerk;
  • g. in het hoofdgebouw geen zelfstandige woonruimte voor mantelzorg is gerealiseerd.

De omgevingsvergunning, verleend op grond van artikel 6.2.2, kan worden ingetrokken, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
7.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding ´Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden behalve voor de daar geldende bestemmingen, mede aangewezen voor:

  • a. het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.
7.1.2 Bouwregels

Op de in 7.1.1 bedoelde gronden mag de bouwhoogte van bouwwerken die worden verleend met een omgevingsvergunning in afwijking van hetgeen elders in de planregels is bepaald, niet meer bedragen dan:

  • a. bij een afstand tot 100 m van de molen: 5 m;
  • b. bij een afstand tussen 100 en 200 m van de molen: 7 m;
  • c. bij een afstand tussen 200 en 300 m van de molen: 9 m;
  • d. bij een afstand tussen 300 en 400 m van de molen: 11 m;

met dien verstande dat:

  • 1. bestaande gebouwen mogen worden herbouwd tot dezelfde bouwhoogte;
  • 2. bebouwing met een grotere hoogte waarbij het een bouwwerk betreft, dat gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt opgericht, en waarbij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
    • a. de hoogte en breedte blijft binnen de contouren (hoogte, breedte) van de bouwwerken waarachter deze wordt opgericht;
    • b. het bouwwerk wordt aan een bestaand bouwwerk gebouwd dan wel vrijstaand opgericht binnen een afstand van ten hoogste 10 m uit bestaande bouwwerken;
    • c. het vloeroppervlak van krachtens deze bepaling opgerichte bouwwerken mag in totaal niet meer bedragen dan 10% van de bouwwerken waarachter wordt gebouwd;
    • d. het oprichten van een bouwwerk is uitsluitend toegestaan, voor zover dit mogelijk is op basis van de overige voor deze bestemming geldende bestemming.
7.1.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies bij de molenbeheerder is ingewonnen.
7.1.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van bomen en beplanting met een hoogte van meer dan:

  • a. bij een afstand tot 100 m van de molen: 5 m;
  • b. bij een afstand tussen 100 en 200 m van de molen: 7 m;
  • c. bij een afstand tussen 200 en 300 m van de molen: 9 m;
  • d. bij een afstand tussen 300 en 400 m van de molen: 11 m;

met dien verstande dat bestaande gebruik is toegestaan, indien het betreft bestaand gebruik met een grotere hoogte.

7.1.5 Afwijken van de gebruiksregels

In afwijking van het bepaalde onder lid 7.1.4 is een gebruik als bedoeld in dat lid toegestaan, mits:

  • a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en herstel van een goede windvang van een molen;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies bij de molenbeheerder is ingewonnen.

Artikel 8 Algemene afwijkingsregels

8.1 Afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken:

  • a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken, zoals kunstwerken, nutsvoorzieningen, fietsenstallingen, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, waarvan de oppervlakte niet meer dan 30 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • b. indien en voorzover afwijkingen ten aanzien van de ligging van bouw- en aanduidingsgrenzen, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
  • c. van de bestemmingen 'Wonen - Aaneen', 'Wonen - Patio' en 'Wonen - Vrijstaand', waarbij het mogelijk is om bij nieuwbouw van hoofdgebouw(en) gebruik te maken van één van deze bestemmingen, mits het aantal woningen niet meer bedraagt dan is toegestaan;
  • d. ten behoeve van het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 m.
8.2 Afwegingskader

De onder 8.1 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de stedenbouwkundige structuur;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de fysieke veiligheid.
  • f. landschappelijke en natuurlijke waarden;
  • g. de milieusituatie;
  • h. de externe veiligheid;

Artikel 9 Overige regels

9.1 Afstemmingsregel welstand

Voorzover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:

  • a. de voorgeschreven goothoogte en bouwhoogte;
  • b. de plaatsing op het bouwperceel;

ruimte bieden voor verschillende mogelijkheden voor het realiseren van gebouwen, is deze ruimte tevens bedoeld voor het kunnen stellen van voorwaarden op basis van de in artikel 12a van de Woningwet aangegeven welstandscriteria, mits:

    • 1. de goot- en bouwhoogte van gebouwen met niet meer dan 15% afwijken van de toegestane goot- en bouwhoogte;
    • 2. de binnen de regels te realiseren oppervlakte niet wordt verminderd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken
10.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
10.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 10.1.1 een omgevingsvergunning verlenen van voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 10.1.1 met maximaal 10%.

10.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Artikel 10.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik
10.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

10.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 10.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

10.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 10.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

10.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Artikel 10.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Wonen Rijssen, Pelmolenweg 10'.

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van bedrijven

SBI-1993   SBI-2008     OMSCHRIJVING   AFSTANDEN IN METERS   CATEGORIE  
-   -   nummer       GEUR   STOF   GELUID           GEVAAR       GROOTSTE
AFSTAND  
 
01   01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW                      
014   016   0   Dienstverlening t.b.v. de landbouw:                      
014   016   1   - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m²   30   10   50       10     50   D   3.1  
014   016   3   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   30   10   50       10     50     3.1  
014   016   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   30   10   30       10     30     2  
02   02   -   BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW                      
020   021, 022, 024   Bosbouwbedrijven   10   10   50       0     50     3.1  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN                      
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:                      
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   0   100   C     50   R   100   D   3.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   0   100   C     50   R   100     3.2  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50   0   50       10     50     3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   0   50       10     50     3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:                      
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   10   50       30     100     3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   10   30       10     50     3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:                      
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   50   10   100   C     10     100     3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   50   10   100   C     10     100     3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100   10   100   C     10     100     3.2  
1551   1051   0   Zuivelprodukten fabrieken:                      
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   50   0   100   C     50   R   100     3.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   50   0   100   C     50   R   100     3.2  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:                      
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30   10   30   C     10     30     2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100   30   100   C     30     100     3.2  
1582   1072     Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   10   100   C     30     100     3.2  
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:                      
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   30   50       30   R   100     3.2  
1585   1073     Deegwarenfabrieken   50   30   10       10     50     3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:                      
1586   1083   2   - theepakkerijen   100   10   30       10     100     3.2  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:                      
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100   10   50       10     100     3.2  
1593 t/m 1595   1102 t/m 1104     Vervaardiging van wijn, cider e.d.   10   0   30   C     0     30     2  
1598   1107     Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   10   0   100       50   R   100     3.2  
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL                      
171   131     Bewerken en spinnen van textielvezels   10   50   100       30     100     3.2  
172   132   0   Weven van textiel:                      
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   10   10   100       0     100     3.2  
173   133     Textielveredelingsbedrijven   50   0   50       10     50     3.1  
174, 175   139     Vervaardiging van textielwaren   10   0   50       10     50     3.1  
176, 177   139, 143   Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   0   10   50       10     50     3.1  
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT                      
181   141     Vervaardiging kleding van leer   30   0   50       0     50     3.1  
182   141     Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)   10   10   30       10     30     2  
183   142, 151   Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   10   10       10     50     3.1  
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)                      
192   151     Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   10   30       10     50   D   3.1  
193   152     Schoenenfabrieken   50   10   50       10     50     3.1  
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.                      
2010.1   16101     Houtzagerijen   0   50   100       50   R   100     3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:                      
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   10   30   50       10     50     3.1  
202   1621     Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   30   100       10     100     3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   0   30   100       0     100     3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   0   30   50       0     50     3.1  
205   162902   Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken   10   10   30       0     30     2  
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN                      
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:                      
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50   30   50   C     30   R   50     3.1  
212   172     Papier- en kartonwarenfabrieken   30   30   100   C     30   R   100     3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:                      
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   30   30   100   C     30   R   100     3.2  
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA                      
221   581     Uitgeverijen (kantoren)   0   0   10       0     10     1  
2221   1811     Drukkerijen van dagbladen   30   0   100   C     10     100     3.2  
2222   1812     Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   30   0   100       10     100     3.2  
2222.6   18129     Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen   10   0   30       0     30     2  
2223   1814   A   Grafische afwerking   0   0   10       0     10     1  
2223   1814   B   Binderijen   30   0   30       0     30     2  
2224   1813     Grafische reproduktie en zetten   30   0   10       10     30     2  
2225   1814     Overige grafische aktiviteiten   30   0   30       10     30   D   2  
223   182     Reproduktiebedrijven opgenomen media   0   0   10       0     10     1  
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN                      
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   50   0   100       30   R   100     3.2  
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN                      
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:                      
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   10   50       50   R   50     3.1  
2442   2120   2   - verbandmiddelenfabrieken   10   10   30       10     30     2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:                      
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   10   100       50     100     3.2  
2464   205902   Fotochemische produktenfabrieken   50   10   100       50   R   100     3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   10   50       50   R   50     3.1  
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF                      
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:                      
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50   10   30       30     50     3.1  
2513   2219     Rubber-artikelenfabrieken   100   10   50       50   R   100   D   3.2  
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN                      
261   231   0   Glasfabrieken:                      
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   30   30   100       30     100     3.2  
2615   231     Glasbewerkingsbedrijven   10   30   50       10     50     3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:                      
262, 263   232, 234   1   - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW   10   10   30       10     30     2  
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   30   50   100       30     100     3.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:                      
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   10   50   100       30     100     3.2  
2662   2362     Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   50   50   100       30     100     3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:                      
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   10   50   100       10     100     3.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:                      
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   10   50   100       50   R   100     3.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:                      
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   10   30   100       0     100   D   3.2  
2681   2391     Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   10   30   50       10     50   D   3.1  
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   50   50   100       50     100   D   3.2  
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)                      
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen                      
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   30   30   100       30     100     3.2  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:                      
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   50   30   100       30     100   D   3.2  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:                      
2851   2561, 3311   1   - algemeen   50   50   100       50     100     3.2  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   30   50   100       50     100   D   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100   30   100       50   R   100   D   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   50   50   100       30   R   100   D   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100   50   100       50     100     3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100   50   100       50     100     3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   30   50   100       30     100     3.2  
2851   2561, 3311   6   - anodiseren, eloxeren   50   10   100       30     100     3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   50   10   100       30     100     3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100   50   100       50   R   100     3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   30   30   100       50     100     3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   10   30   100       30     100   D   3.2  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:                      
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   30   30   100       30     100     3.2  
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN                      
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:                      
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   30   30   100       30     100   D   3.2  
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS                      
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   10   30       10     30     2  
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.                      
314   272     Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   30   100       50     100     3.2  
316   293     Elektrotechnische industrie n.e.g.   30   10   30       10     30     2  
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.                      
321 t/m 323   261, 263, 264, 331   Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie   30   0   50       30     50   D   3.1  
3210   2612     Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   10   50       30     50     3.1  
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN                      
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   0   30       0     30     2  
34   29     VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS                      
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven                      
343   293     Auto-onderdelenfabrieken   30   10   100       30   R   100     3.2  
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)                      
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:                      
351   301, 3315   1   - houten schepen   30   30   50       10     50     3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100   50   100       50   R   100     3.2  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:                      
352   302, 317   1   - algemeen   50   30   100       30     100     3.2  
353   303, 3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:                      
354   309     Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   30   10   100       30   R   100     3.2  
355   3099     Transportmiddelenindustrie n.e.g.   30   30   100       30     100   D   3.2  
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.                      
361   310   1   Meubelfabrieken   50   50   100       30     100   D   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   0   10   10       0     10     1  
362   321     Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   10   10       10     30     2  
363   322     Muziekinstrumentenfabrieken   30   10   30       10     30     2  
364   323     Sportartikelenfabrieken   30   10   50       30     50     3.1  
365   324     Speelgoedartikelenfabrieken   30   10   50       30     50     3.1  
3663.2   32999     Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   30   10   50       30     50   D   3.1  
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID                      
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   10   30   100       10     100     3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   10   30   50       10     50     3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   10   30   50       10     50     3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   0   10   30       10     30     2  
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS                      
501, 502, 504   451, 452, 454   Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   10   0   30       10     30     2  
501   451     Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie)   10   10   100       10     100     3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   10   30   100       10     100     3.2  
5020.4   45204   B   Autobeklederijen   0   0   10       10     10     1  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50   30   30       30   R   50     3.1  
5020.5   45205     Autowasserijen   10   0   30       0     30     2  
503, 504   453     Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires   0   0   30       10     30     2  
505   473   0   Benzineservisestations:                      
505   473   2   - met LPG < 1000 m3/jr   30   0   30       50   R   50     3.1  
505   473   3   - zonder LPG   30   0   30       10     30     2  
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING                      
511   461     Handelsbemiddeling (kantoren)   0   0   10       0     10     1  
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   30   30   50       30   R   50     3.1  
5122   4622     Grth in bloemen en planten   10   10   30       0     30     2  
5123   4623     Grth in levende dieren   50   10   100   C     0     100     3.2  
5124   4624     Grth in huiden, vellen en leder   50   0   30       0     50     3.1  
5125, 5131   46217, 4631   Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   30   10   30       50   R   50     3.1  
5132, 5133   4632, 4633   Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   10   0   30       50   R   50     3.1  
5134   4634     Grth in dranken   0   0   30       0     30     2  
5135   4635     Grth in tabaksprodukten   10   0   30       0     30     2  
5136   4636     Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   10   10   30       0     30     2  
5137   4637     Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   10   30       0     30     2  
5138, 5139   4638, 4639   Grth in overige voedings- en genotmiddelen   10   10   30       10     30     2  
514   464, 46733   Grth in overige consumentenartikelen   10   10   30       10     30     2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:                      
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   10   50   50       30     50     3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:                      
5151.3   46713     Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   0   30       50     100     3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:                      
5152.2 /.3   46722, 46723   Grth in metalen en -halffabrikaten   0   10   100       10     100     3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:                      
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   0   10   50       10     50     3.1  
5153.4   46735   4   zand en grind:                      
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   0   30   100       0     100     3.2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:                      
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   0   0   50       10     50     3.1  
5155.1   46751     Grth in chemische produkten   50   10   30       100   R   100   D   3.2  
5156   4676     Grth in overige intermediaire goederen   10   10   30       10     30     2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   10   30   100       30     100     3.2  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   10   30   100       10     100   D   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   10   10   50       10     50     3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:                      
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   0   10   100       10     100     3.2  
518   466   2   - overige   0   10   50       0     50     3.1  
519   466, 469   Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   0   0   30       0     30     2  
52   47   -   DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN                      
527   952     Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)   0   0   10       10     10     1  
60   49   -   VERVOER OVER LAND                      
6022   493     Taxibedrijven   0   0   30   C     0     30     2  
6023   493     Touringcarbedrijven   10   0   100   C     0     100     3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   0   0   100   C     30     100     3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   0   0   50   C     30     50     3.1  
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER                      
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:                      
6311.2   52242   2   - stukgoederen   0   10   100       50   R   100   D   3.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, pak- en koelhuizen   30   10   50   C     50   R   50   D   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   0   0   30   C     10     30     2  
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE                      
641   531, 532   Post- en koeriersdiensten   0   0   30   C     0     30     2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   0   0   10   C     0     10     1  
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN                      
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING                      
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:                      
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   30   50       10     50     3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   30   30   50       30   R   50     3.1  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:                      
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100   50   30       10     100     3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   10   30       10     50     3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   0   10       30   R   100   D   3.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   10   10   30       30   R   30     2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:                      
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   100   100       10     100     3.2  
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING                      
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   30   0   50   C     30     50     3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   30   0   50       30     50     3.1  
9301.2   96012     Chemische wasserijen en ververijen   30   0   30       30   R   30     2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   0   0   30       0     30     2