direct naar inhoud van Artikel 17 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0303

Artikel 17 Recreatie - Recreatiewoning

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatief verblijf in recreatiewoningen;

met daarbij behorende:

  • b. gebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. terreinen.
17.2 Bouwregels

Op de voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.2.1 Gebouwen

Voor een recreatiewoning gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 vrijstaande recreatiewoning worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het genoemde onder a mag ter plaatse van de aanduiding aantal het aantal recreatiewoningen niet meer bedragen dan het op de verbeelding (plankaart) aangegeven aantal;
  • c. de goothoogte van een recreatiewoning mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een recreatiewoning mag niet meer dan 5,5 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een plat afgedekte recreatiewoning niet meer dan 3 m mag bedragen;
  • f. de dakhelling mag niet meer dan 40° bedragen;
  • g. de inhoud van een recreatiewoning, en bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 300 m3 bedragen, met dien verstande dat onderkeldering niet is toegestaan;
  • h. vrijstaande bijgebouwen niet zijn toegestaan;
  • i. in afwijking van het bepaalde onder g mogen vrijstaande bijgebouwen, die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, ook in geval van nieuwbouw worden gehandhaafd;
  • j. het bepaalde onder h is niet van toepassing op vrijstaande bijgebouwen die weliswaar bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan;
  • k. de afstand tussen de recreatiewoning en een andere recreatiewoning of een ander gebouw dient minimaal 15 m te bedragen;
  • l. de afstand van de recreatiewoning tot de perceelgrens bedraagt niet minder dan 7,5 m;
  • m. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met k geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceel- en erfafscheidingen geldt dat de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de volgende hoogte:

bouwwerk   hoogte  
bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat overkappingen niet zijn toegestaan   2,5 m  

17.3 Specifieke gebruiksregels
17.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en bouwwerken voor:

  • a. opslag-, stort- of bergplaats, stalling en achterlating van voer- en vaartuigen en andere al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
  • b. permanente bewoning;
  • c. detailhandel;
  • d. seksinrichting of prostitutiebedrijf;
  • e. kampeerterrein.