| Plan: | Buitengebied Rijssen, uitbreiding Buitenplaats Holten |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2020010-0401 |
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, uitbreiding Buitenplaats Holten met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2020010-0401 van de gemeente Rijssen-Holten;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen of verhandelen van goederen, waarbij eventuele detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaats vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
het beginsel dat bebouwing in een logische samenhang op een erf wordt gebouwd. Daarbij zijn de volgende aspecten van belang:
het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig is binnen het betreffende perceel en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning. Dit geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische toestemming;
het college van burgemeester en wethouders, tenzij in dit plan of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;
uitbreiding van een hoofdgebouw, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
Een verblijfsaccommodatie, al dan niet gebouwd op palen, waar permanente bewoning is uitgesloten.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een bouwlaag van zodanige afmeting en vorm dat de daardoor ontstane ruimte zonder ingrijpende voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor de betreffende functie;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond is verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond;
constructies van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct of indirect met de grond zijn verbonden, en direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een plaatsgebonden gebouw, niet voor permanente bewoning geschikt, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, dat geen vaste verankering in de grond heeft en binnen 24 uur demontabel is;
terrein gebruikt voor een wedstrijd of training met motorfietsen of een daarmee gelijk te stellen voertuig. Op het terrein is een parcours uitgezet met natuurlijke hindernissen;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
ondergeschikt medegebruik van gronden voor niet-gemotoriseerde recreatieve of sportieve activiteiten, zoals wandelen, hardlopen, nordic-walken, fietsen, mountainbiken, racefietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie of een naar de aard daarmee gelijk te stellen (mede)gebruik. De activiteiten dienen plaats te vinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht te zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
de digitale plankaart van het Omgevingsplan buitengebied Rijssen-Holten (NL.IMRO.1742.BPB2016007-0301);
een door de raad aan het college toegekende bevoegdheid om het omgevingsplan op onderdelen onder voorwaarden te wijzigen. Deze lijst met onderdelen en voorwaarden is geen onderdeel van het omgevingsplan;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die de goederen kopen voor eigen gebruik, niet zijnde afhaalzaken, maaltijdbezorgdiensten en erotisch getinte vermaaksfuncties;
het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden.
het kappen van houtopstanden als onderhoudsmaatregel die erop gericht is de resterende houtopstanden een (betere) overlevingskans te bieden.
bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt. Deze definitie is van invloed op de mogelijkheden om een bouwwerk zonder omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en/of handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening te kunnen bouwen (het zogenoemde vergunningsvrij bouwen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden of bouwwerken zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik van bouwwerken en/of het gebruik en/of het bebouwen van gronden;
het wijzigen, toevoegen of afwijken van een functie onder voorwaarden zoals genoemd in dit omgevingsplan;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte. geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
alle bouwwerken, die voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt. Voorbeelden zijn in elk geval woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
een bouwwerk dat bestemd is voor het meer dan incidenteel verblijven van mensen dat beschermd wordt tegen emissies van geluid, geur, ammoniak en/of fijnstof en daaraan gelijk te stellen criteria, niet zijnde de eigen bedrijfswoning of plattelandswoning;
(deel van) een gebouw dat een functie heeft voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij overnacht wordt in slaapzalen en/of slaapkamers, waarbij een afzonderlijke ruimte voor dagactiviteiten alsmede keuken- en sanitaire voorzieningen aanwezig zijn die gemeenschappelijk door de groep kan worden gebruikt. Een kampeerboerderij valt onder het begrip groepsaccommodatie;
(delen van) gebouwen die een functie hebben voor recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij overnacht wordt in slaapzalen en/of slaapkamers, waarbij een afzonderlijke ruimte voor dagactiviteiten als mede keuken- en sanitaire voorzieningen aanwezig zijn die gemeenschappelijk door de groep kan worden gebruikt. Kampeerboerderijen vallen onder het begrip groepsaccommodaties;
recreatiewoningen die dienen voor groepen van minimaal 8 personen;
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voorbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven. Ook melkrundveebedrijven zijn doorgaans grondgebonden agrarische bedrijven;
het 'bestemmingsplan' Buitengebied Rijssen, uitbreiding Buitenplaats Holten met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2020010-0401 van de gemeente Rijssen-Holten;
een recreatiewoning in de vorm van een hooiberg dat dient als recreatief nachtverblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning niet is toegestaan;
een tent, vouwwagen, caravan, kampeerauto of een daarmee vergelijkbaar object, niet zijnde een stacaravan of een chalet;
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel. Een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt;
het rooien, verplanten of verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van een houtopstand ten gevolge (kunnen) hebben;
activiteiten die gericht zijn op vrijetijdsbesteding zoals een sauna, wellness, museum of tentoonstellingen;
bedrijf waar siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt worden voortgebracht of daarmee vergelijkbaar van aard;
objecten, zoals:
een plan waarmee inzichtelijk wordt gemaakt hoe een nieuwe ontwikkeling zich verhoudt tot de bestaande bebouwing en bestaande omgeving. In het plan moet in elk geval de erfinrichting en (erf)beplanting worden opgenomen en hoe deze zich verhouden tot de omgeving;
de aan een gebied toegekende landschappelijke waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van (niet levende en levende) natuur;
een vrijstaande constructie waaraan één of meerdere lampen zijn opgehangen;
plaats, plek of ligging;
een weg, bestaande uit klinkers/tegels (open) of asfalt (gesloten), die niet als een rijksweg of provinciale weg is aangemerkt maar wel op de wegenlegger staat;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
een schriftelijke voorafgaande mededeling aan burgemeester en wethouders om een activiteit, zoals aangewezen in dit plan, te mogen verrichten. Voor een melding gelden de in dit plan opgenomen indieningsvereisten;
de aan een gebied toegekende waarde die samenhangt met de geologische, bodemkundige en biologische elementen;
elke activiteit in het plangebied. Voorbeelden zijn het bouwen van bouwwerken, het uitvoeren van grondwerkzaamheden, het slopen van bestaande bouwwerken, het in gebruik nemen van bouwwerken voor (agrarische) bedrijvigheid en daarmee gelijk te stellen ontwikkelingen;
werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de instandhouding dan wel de realisering van de functie;
het ''CHW omgevingsplan buitengebied Rijssen-Holten van de gemeente Rijssen-Holten, `bestaande uit de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.BPB2019000-0301 met bijbehorende regels en bijlagen.
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
gebouwen of bouwwerken die ten dienste staan van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteithuisje en een verdeelstation;
een lichte vorm van horeca, in de vorm van het verstrekken van dranken en kleine versnaperingen, die ondergeschikt is aan de recreatieve functie;
een bouwwerk bestaande uit maximaal 3 wanden waarvan maximaal 2 wanden tot de constructie zelf behoren;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
een perceel is een onroerend goed (al dan niet met bebouwing) met dezelfde eigenaar en hetzelfde eigendomsrecht, dat is ingeschreven bij het Kadaster;
de scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut;
er is sprake van permanente bewoning als een recreatiewoning, een stacaravan of ander kampeermiddel het hoofdverblijf voor de gebruiker is en/of voor bewoning anders dan in het kader van recreatief verblijf wordt gebruikt;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een weg, bestaande uit asfalt of vergelijkbare materialen, die als provinciale weg is aangemerkt en op de wegenlegger staat;
een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie waarbinnen dit gebruik is toegestaan;
verblijf dat plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie en dat enkel gericht is op ontspanning of vrijetijdsbesteding, niet zijnde kortdurende recreatieve activiteiten;
een verblijfsobject in de vorm van een stacaravan of een ander kampeermiddel bestemd voor het recreatieve verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning is uitgesloten;
verblijf dat plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie en dat enkel gericht is op ontspanning of vrijetijdsbesteding, niet zijnde dagrecreatie en waar permanente bewoning is uitgesloten;
een verblijfsobject bestemd voor het recreatieve verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
verblijfsobjecten bestemd voor het recreatieve verblijf van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning is uitgesloten;
plan dat aangeeft op welke wijze de inpassing van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in het desbetreffende gebied plaatsvindt; tot deze inpassing behoren de situering van opstallen en de inrichting van het perceel, waaronder de erfbeplanting ten opzichte van het landschap; het gaat om bestaande en gewenste karakteristieken en kwaliteiten van het landschap;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een kampeermiddel, voorzien van een as-/wielstelsel, bestaande uit één bouwlaag met een breedte van niet meer dan 4,50 m, dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben. De stacaravan is niet plaatsgebonden en per direct (zonder dat daarvoor ingrijpende maatregelen getroffen hoeven worden) van zijn standplaats verrijdbaar;
een verhard of onverhard pad dat dient voor ontsluiting en ontvluchting van de aanliggende percelen. Deze paden kunnen tevens worden gebruikt door hulpdiensten bij calamiteiten.
een recreatief nachtverblijf in een kleinschalige woning dat dient als recreatief verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning niet is toegestaan;
een recreatief nachtverblijf in een blokhut of daarmee gelijk te stellen bouwwerk dat dient als recreatief verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning niet is toegestaan;
een recreatief nachtverblijf in blokhutten of daarmee gelijk te stellen bouwwerken die dienen als recreatief verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en waar permanente bewoning niet is toegestaan;
het totaal aan trekkershutten, hooibergrecreatiewoningen, boomhutten, stacaravans, tiny houses en chalets.
het herbouwen van een bestaand bouwwerk waarbij een nieuw bouwwerk ontstaat;
een vrijstaande mast of paal waar één of meerdere lichtarmaturen aan zijn bevestigd;
een vrijstaand bouwwerk in de vorm van een constructie bestaande uit maximaal 3 wanden, waarvan maximaal 2 wanden tot de constructie behoren;
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg;
bevoegd gezag welke de wettelijke onderhoudsplicht van een weg heeft;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt tot een maximum van 4 m2 per bouwdeel.
Voor het indienen van een landschaps- en/of erfinrichtingsplan gelden de volgende eisen:
Het buitengebied van de gemeente Rijssen-Holten kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan functies. Het primaat ligt hierbij in een groot deel van het buitengebied op de landbouw. De landbouw maakt een ontwikkeling door waarbij schaalgrootte en innovatie belangrijke sleutelbegrippen zijn. Landbouw blijft een belangrijke drager van fysieke en ruimtelijke kenmerken van het buitengebied. In het landschap zien we een tweedeling ontstaan; er zijn relatief geconcentreerde landbouwgebieden en (mix)gebieden waarin ook andere functies voorkomen, zoals wonen en recreatie.
Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) van de gemeente Rijssen-Holten deelt het buitengebied op in deelgebieden aan de hand van de ruimtelijke kenmerken. Het LOP is een overkoepelend toetsingskader voor verdeling, uitbreiding, verplaatsing en nieuwvestiging van functies in het buitengebied.
Elk gebied is uniek door haar aanwezige kenmerken. Toch zijn er ook overkoepelende kenmerken (of factoren) die mede bepalend zijn in de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Deze factoren zijn echter niet altijd zichtbaar. De ruimtelijke dragers moeten bekeken worden bij een uitbreiding, verplaatsing of nieuwvestiging van functies in het plangebied. Niet alle factoren zullen altijd van belang zijn en soms zullen er specifieke kenmerken zijn die nadere beschouwing behoeven.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en gebouwen voor:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende bouwregels:
Het buitengebied van Rijssen-Holten kent een grote variatie aan beplanting. Van solitaire eiken tot uitgebreide bosgebieden rondom nationaal park De Sallandse Heuvelrug. Deze beplanting vormen een wezenlijke ruimtelijke kwaliteit voor het buitengebied.
Ze vormen voor een deel de Sallandse Heuvelrug en benadrukken de groene kwaliteiten van het buitengebied. Niet elke houtopstand of boom heeft een dusdanige kwaliteit dat ze te allen tijde moeten worden behouden.
Binnen dit lid is een verbodsbepaling opgenomen voor het kappen van hakhout, houtopstanden of één of meer bomen. Er geldt een uitzondering op de vergunningplicht voor een aantal type beplanting waarvan de ruimtelijke kwaliteit op voorhand zeer beperkt is. Denk bijvoorbeeld aan kerstbomenteelt of vruchtbomen. Een andere belangrijke uitzondering op de vergunningplicht is het dunnen van houtopstanden, of hakhout. Voor deze activiteit is in beginsel geen vergunning nodig. Binnen dit lid is een verbodsbepaling opgenomen voor het kappen van hakhout, houtopstanden of één of meer bomen.
Dunning heeft als enig oogmerk een in oppervlakte grotere houtopstand levensvatbaar te houden door kappen van houtenopstanden binnen die houtopstand. Het gaat in de regel om beheersmaatregelen binnen grotere bosgebieden zoals de Sallandse Heuvelrug. Kappen met nevendoelen (bevorderen lichtinval, voorkomen schade, bladafval) is altijd vergunningsplichtig.
Voor beplantingselementen met een uitzonderlijke of bijzondere ruimtelijke kwaliteit is een aparte regeling opgenomen. Voor die elementen geldt de algemene vergunningsplicht van dit artikel niet, maar een vergelijkbare vergunningsplicht bij voorgenomen kappen en dunning opgenomen in dat artikel.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning hakhout, een houtopstand of 1 of meer bomen te kappen of te laten kappen. De omgevingsvergunning voor het kappen van houtopstanden geldt voor 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van de vergunning tenzij in de vergunning anders is bepaald.
De omgevingsvergunning voor het kappen van houtopstanden kan worden geweigerd op grond van:
In afwijking van hetgeen bepaald in 3.5.2 is geen omgevingsvergunning vereist voor het kappen van:
Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften. Deze herplantplicht kan zelfstandig worden opgelegd.
Bij een nieuwe ontwikkeling is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk of werkzaamheid vereist voorzover het betreft:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend, mits er geen aantasting plaatsvindt van:
In afwijking van Omgevingsvergunningsplicht is geen vergunning vereist voor werken of werkzaamheden:
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
Op de tot Bos bestemde gronden mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
| bouwwerk | hoogte |
| perceel- en erfafscheidingen | 1,25 m |
| overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en bouwwerken voor:
Vakantiegasten, die elders hun hoofdverblijf hebben, kunnen verblijven in een chalet, boomhut, hooibergrecreatiewoning, groepshuizen, trekkershut, kampeermiddel op een kampeerplaats of in stacaravans. Deze recreatieve objecten bevinden zich op kampeerterreinen of recreatieparken. Ten behoeve van de vakantiegasten mogen er dagrecreatieve voorzieningen zoals detailhandel en sport en spel gerealiseerd worden. Permanente bewoning van verblijfsrecreatieve eenheden is niet toegestaan.
Voor bouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve bedrijven zijn er algemene en specifieke regels opgenomen. Algemene regels gelden voor elk bouwwerk op elke locatie. Gedacht kan worden aan de eis dat bebouwing een bepaalde afstand tot een weg moet hebben. Specifieke bouwregels zijn locatiespecifiek en zijn terug te vinden in het locatiespecifieke artikel voor dat verblijfsrecreatieve bedrijf (Artikel 5). Het gaat bijvoorbeeld om het maximaal toegelaten oppervlak aan (bedrijfs)bebouwing of het aantal verblijfsrecreatieve eenheden dat is toegestaan.
In het gehele plangebied zijn zoneringen aanwezig. Deze zoneringen kunnen van invloed zijn op de gebruiks- en bouwmogelijkheden van de gronden of bouwwerken. Of een zonering van toepassing is volgt uit de digitale plankaart. In dit geval zijn de zoneringen ten aanzien van de geluidzone en de archeologische verwachting aanwezig.
Het voorliggend bestemmingsplan is opgezet naar de systematiek van het omgevingsplan en kent in hoofdzaak nog maar één instrument voor vergunningverlening: de reguliere omgevingsvergunning. Het systeem van het omgevingsplan beoogd ruimte te creëren voor ontwikkelingen waarbij er extra aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke inpassing is. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid van initiatiefnemers en bevoegd gezag om de ruimtelijke kwaliteit te bewaken.
Naast de reguliere omgevingsvergunning kent het plan de melding, functieverandering en functietoevoeging. Naast de in het plan opgenomen instrumenten bestaat er de mogelijkheid om met een delegatiebesluit van vooraf vastgestelde categorieën initiatieven mogelijk te maken.
Op deze locatie is het volgende gebruik en zijn de volgende functies toegestaan:
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
| Type weg | Afstand |
| rijksweg | 100 m |
| provinciale weg | 50 m |
| lokale weg-verhard | 20 m |
| lokale weg-onverhard | 10 m |
Voor boomhut(en) gelden de volgende bouwregels:
Een nieuwe ontwikkeling voldoet verder aan de volgende normen:
| milieunormering | |
| Donkerte | Er geen sprake is van onevenredige aantasting van de aanwezige donkerte conform de ambitie op basis van het gemeentelijke lichtdonkerbeleid. |
| Geur van een grondgebonden agrarisch bedrijf | De minimale afstand tussen een geurgevoelig object en een emissiepunt van een dierenverblijf bedraagt: 1. 100 m voor een object binnen de bebouwde kom; 2. 50 m voor een object buiten de bebouwde kom; 3. een kortere bestaande afstand dan onder 1 of 2 genoemd. Deze afstand mag niet verder worden verkleind en nooit minder dan 25 m bedragen. |
| Geur van een intensief agrarisch bedrijf | Een geurgevoelig object wordt niet gebouwd of uitgebreid binnen een contour van: 1. 14 ou/m3 voor een object buiten de bebouwde kom; 2. 3 ou/m3 voor een object binnen de bebouwde kom |
| Geluid | Tenzij een hogere grenswaarde is verleend, worden geluidsgevoelige objecten zo gesitueerd dat de geluidsbelasting (LAr,Lt) ten gevolge van vaste installaties en vaste toestellen op de gevel van het dichtstbij gelegen geluidsgevoelige object niet hoger is dan: 6.00 - 19.00 uur: 45 dB(A) 19.00 - 23.00 uur 40 dB(A) 23.00 - 6.00 uur 35 dB(A) |
| Fijnstof (PM10) | Recreatieve verblijven waar personen overnachten worden niet gebouwd en niet uitgebreid binnen een gebied waar de concentratie meer dan 20 µg/m3 jaargemiddelde grenswaarde is. |
| Stikstof | De emissie, inclusief de nieuwe ontwikkeling, bedraagt niet meer dan is bepaald in de stikstofberekening. |
Dit landschap wordt gevormd door kleinschalige akker- en graslanden, met beplante steilranden, houtwallen, gegroepeerde boerderijen en behoort tot het kampenlandschap.
Aan de westzijde van de Lichtenbergerweg ligt de Sallandse Heuvelrug. Aan de oostzijde het Jong ontginningslandschap.
Opgaven voor het landschap:
In het plangebied zijn gebieden aangewezen waar voor archeologie een verwachtingswaarde geldt. Om de mogelijke archeologische waarden in deze gebieden te beschermen gelden er regels voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden behalve voor de daar al toegelaten functies, mede aangewezen voor:
Voor gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'geluidszone - wegen 250 m' geldt dat geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de hoogst toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgesteld besluit hogere waarde.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het omgevingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het omgevingsplan bestaan gebruik.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied Rijssen-Holten 2012, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen, uitbreiding Buitenplaats Holten